Even voorstellen
“Mijn naam is Jos Verstraten. Ik ben melkveehouder in Westerbeek in maatschap met onze zoon. Daarnaast ben ik vicevoorzitter van de vakgroep LTO melkveehouderij en verantwoordelijk voor de thema's water en bodem.”
Waarom is er vanuit LTO aandacht voor de Dutch Dairy Challenge (DDC)?
“LTO is een netwerk- en ondernemersorganisatie die boeren helpt zich beter te positioneren in de markt en samenleving. De Dutch Dairy Challenge draagt hieraan bij door boeren met goede ideeën een podium te geven en ondersteuning te bieden om die ideeën uit te werken. Zo kunnen zij collega’s en andere betrokkenen inspireren. In de toekomst willen we hier een Innovatieplatform aan koppelen, zodat ideeën verder kunnen worden ontwikkeld en ook echt in de praktijk gebruikt kunnen worden.”
Waarom zouden melkveehouders volgens jou mee moeten doen met de DDC?
“Zowel voor de sector als voor het eigen belang is het belangrijk om een idee naar een hoger niveau te tillen. Wat mij hierin het meest inspireert, is dat deelnemers die een idee hebben, maar niet precies weten hoe ze dit verder kunnen brengen, tijdens het DDC-traject enorm enthousiast worden. Dankzij de begeleiding van coaches en het inzetten van een netwerk krijgen ze de juiste ondersteuning. De energie die dit proces oplevert, is duidelijk zichtbaar en bewijst dat de formule werkt.”
Wat zou je tegen een melkveehouder zeggen die twijfelt over deelname aan DDC?
“Twijfel je? Gewoon doen! Het enige risico dat je loopt, is dat jouw idee wordt geselecteerd in de voorselectie vanwege het potentieel dat wij erin zien. Wij zijn dan bereid in jou te investeren. Het enige wat je nodig hebt, is tijd. Daarom vindt het traject bewust plaats in het winterseizoen.”
Kijkend door de bril als melkveehouder; wat wil je melkveehouders en ketenpartners meegeven?
“Ik merk dat de interesse in de Dutch Dairy Challenge toeneemt, zowel vanuit de bekende ketenpartners als vanuit agro technische bedrijven. Ook zij hebben belang bij innovatie, en dat biedt kansen: daar zit namelijk veel know-how om goede ideeën verder te ontwikkelen. Onze sector moet blijven innoveren. Dat is een feit. Innovatie zal altijd het antwoord zijn op behoeften van de boer of zijn omgeving. Maar de fout die wij maken is dat het woord innovatie gekoppeld is aan techniek. Maar kruidenrijk grasland, de kinderopvang en korte ketens zijn voorbeelden van innovaties die met weinig techniek gepaard gaan en veel impact hebben. De grootste uitdaging is daarom om heel breed te kunnen denken. Laat je dus niet beperken tot de problematiek van vandaag de dag!”