Van Zomerhooi tot Lentekoek, dat grast erin als zoete koek
Henri Kuit en Teunis Mul
Melkveehouder Henri Kuijt wil zo veel mogelijk gras voeren en zo min mogelijk krachtvoer. Door het gras ver te drogen en daarbij de voederwaarde te behouden, denkt de IJsselsteiner de hoeveelheid krachtvoer met de helft tot twee derde te kunnen terugbrengen.
Deel dit bericht
Delen
Andere projecten
Met hooi betere melk
De Hooimelkmethode is een kans voor de toekomst van de melkveesector. De melkveehouder kent deze methode uit Zwitserland en beschikt over een geschikte stal voor de toepassing ervan. Op dit moment is het bedrijf zelfvoorzienend in ruwvoer met een combinatie van mais en gras. Het mais wil de melkveehouder vervangen voor kruidenrijk grasland en het gras drogen om in de winter te kunnen voeren. Dit zorgt tevens voor meer eiwit van eigen land, een betere bodem die meer water vasthoudt met minder uitspoeling, een betere verteerbaarheid voor koeien en daardoor minder uitstoot in de mest.
Melkveehouder: Kees Peeters, Kessel In contact komen met de melkveehouder? Vul het contactformulier in.
BoerenalsBuur
Het melkveebedrijf toekomstbestendig maken door met Natuurinclusieve landbouw op een verantwoorde manier gewassen te telen en het bedrijf uit te breiden met kleinschalige duurzame veehouderijconcepten. Met de producten van het bedrijf wil de melkveehouder, welke boert aan de rand van de stad, een wekelijks variërend pakket boerderijproducten aanbieden aan consumenten binnen een staal van 3 km van het bedrijf. Daarnaast biedt de boerderij een fijne vergader- en leerplek in het groen. Mede door een verdere verbreding van het verdienmodel hoopt de melkveehouder bij te dragen aan verbinding tussen de boerderij en de nabije (stedelijke) omgeving.
Melkveehouder: Peter van den Broek, Waalre
Tank de kringloop rond
Via membraan destillatie water uit de mest halen, welke middels peilgestuurde drainage wordt teruggebracht naar de akkers. De dikke fractie wordt ingezet als bodemverbeteraar. Op deze manier wordt de kringloop gesloten en is er minder transport van mest en ook minder aanvoer van chemische kunstmest nodig. Dit zorgt tevens voor een vermindering van chemicaliën in de bodem en het voedsel. Het water is tevens geschikt voor de productie van waterstof, waarmee de boer (in eerste instantie) zijn eigen auto’s en tractoren van duurzame brandstof kan voorzien.